Welkom op deze weblog!

Welkom op de blog van de A-opleiding psychiatrie van GGNet. Deze blog is bedoeld als informatie platform voor iedereen die betrokken is bij deze opleiding of daarin geinteresseerd is.

Ter informatie even kort iets over GGNet en over de psychiater opleiding.

GGNet is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. GGNet wil psychische, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen helpen voorkomen en mensen met psychische, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen behandelen, begeleiden en helpen om zoveel als mogelijk en wenselijk zelfstandig in de samenleving te kunnen functioneren. Er werken bij GGNet meer dan 2.400 professionals, waaronder ruim 50 psychiaters en zo'n 14 aios psychiatrie.

GGNet heeft een A-opleiding psychiatrie, d.w.z. dat een belangrijk deel van de medisch specialistische opleiding tot psychiater binnen GGNet genoten kan worden. We doen dit in nauwe samenwerking met de A-opleiding van de Gelderse Roos in Wolfheze en die van de Afdeling Psychiatrie van het UMC St. Radboud te Nijmegen; met hen samen, behoren we tot het Opleidingscluster Psychiatrie Oost-Nederland.
Hierbinnen worden artsen opgeleid tot psychiater conform de eisen van het Centraal College Medisch Specialisten (CCMS).

Binnen GGNet wordt naast een brede basisopleiding veel aandacht geschonken aan de praktische toepassing van de Evidence Based Mental Health (EBMH) en aan de contextuele aspecten van psychiatrische stoornissen. Dit betekent dat naast een grondige kennis van de biologische aspecten van psychiatrische stoornissen, bij de diagnostiek en behandeling tevens expliciet factoren zoals de persoonlijkheid, behandelrelatie, sociale omgeving en juridische aspecten worden betrokken.

woensdag 8 december 2010

Connecto ergo sum?



http://www.ted.com/talks/lang/dut/sebastian_seung.html

Zeer interessante TED talk door Sebastian Seung. Hij beweert dat niet het genoom maar het connectoom bepaalt wie we zijn en hoe we in bepaalde context functioneren. Niet zo nieuw misschien, maar wel een zeer mooie presentatie met prachtige animaties waarin hij nature en nurture mooi bij elkaar brengt.

zaterdag 27 november 2010

Bedside testing van cognitieve functies


Het is voor de specialist werkzaam met oudere patiënten van groot belang om op een snelle manier een indruk te krijgen van de cognitieve functies. Neurodegeneratieve aandoeningen staan immers altijd in de differentiaal diagnose. Sinds lang is de MiniMental State Examination (MMSE) hiervoor het meest gebruikte en meest handzame instrument. Er is echter ook al lang kritiek op deze lijst; het zou te eenzijdig op geheugen en oriëntatie focussen en te weinig op de m.n. frontale cognitieve functies. Er zijn ook een aantal alternatieven om deze cognitieve screening te doen. Sinds kort is daar de Sweet-16 aan toegevoegd (Fong et al., Arch Int Med nov2010).

Het scoresysteem loop van 0 to 16, waarbij 16 optimaal cognitief functioneren betekent. Bij een score van 14 of minder moet nadere diagnostiek naar dementie gedaan worden. Het voordeel t.o.v. de MMSE is dat de test sneller gedaan kan worden (3 minuten afname-tijd) en dat de psychometrische kwaliteiten beter zijn (sensitiviteit 99%, specificiteit 72% tegen 87 en 89 voor de MMSE).

De lijst is te vinden op de WIKI. Er is ook een tabel waarmee scores van de Sweet-16 vertaald kunnen worden naar die van de MMSE en vice versa.

zaterdag 20 november 2010

Symposium GGNet (2)


Op 22 oktober j.l. organiseerden we in GGNet het eerste symposium 'het interactieve brein'. De reacties hierop waren zeer positief. Samenvattingen van de presentaties zijn te vinden via onze WIKI welke ook via een link linksonder aan deze pagina te vinden is.

Dat we met dit thema op een actueel onderwerp aanhaken, blijkt wel uit andere nascholingsdagen in het land. Erg interessant in dat opzicht is de studiedag van GGZ Nederland / Trimbos welke op donderdag 20 januari in de RAI in Amsterdam wordt gehouden.

maandag 15 november 2010

Taakdelegatie en aansprakelijkheid


Een opmerkelijke tuchtzaak deze week in Medisch Contact. Over taakdelegatie, waarbij de psychiater de beoordeling van een (recidief) depressie overliet aan een spv. Lijkt me een casus uit de praktijk van alledag, waarbij in dit geval inhoudelijk niet een duidelijke fout gemaakt lijkt te zijn, maar wel sprake was van een fatale afloop. De spv oordeelde dat er sprake was van een recidief, er was kennelijk overeenstemming tussen deze spv en patiente dat er behandeld moest worden en er werden afspraken over deze behandeling gemaakt. De psychiater in kwestie kende patiente van een eerdere behandeling. Het gaat erom dat in geval van verdenking op ernstige pathologie (en suicidaliteit valt daaroner) de patient ook daadwerkelijk bij een arts/specialist terechtkomt. Dat dit op gespannen voet staat met de praktijk wordt hier niet concreet benoemd, maar wel wordt aangegeven dat het hier een 'zakelijke' terechtwijzing betreft en dat het niet om laakbaar handelen gaat. Een schrale troost lijkt me.

zondag 7 november 2010

ROM en de Kretenzers

Een voor mij hele nieuwe dimensie wanneer het gaat om het invullen van vragenlijsten. Ik ben er een groot voorstander van dat we meer gaan meten (onder het mom van 'meten is weten'). Het past in de stroming van de "evidence based mental health". Door de overheid en ook het management is dit nu ook opgepakt en heet het vaak 'routine outcome monitoring' (ROM). Zelf zijn we hard bezig met het samenstellen van een pakket van lijsten die we routinematig bij onze patiënten zouden willen afnemen. Voor de clinicus is het vooral van belang om het effect van de individuele behandeling te volgen. Daarnaast kan het op groepsniveau informatie geven over de effectiviteit van het behandelprogramma.


Maar nu dus opeens het probleem van de Kretenzers. Mercelbach et al. beschrijven het in het Tijdschr voor Psychiatrie van september dit jaar (2010;52:663-9). Onzorgvuldigheid bij de respondent maar ook het moedwillig verkeerd invullen van vragenlijsten kan een belangrijke verstorende factor zijn voor de resultaten van allerlei surveys. Dit maakt het probleem van het meten dus alleen maar groter en brengt het weten dus nog verder weg.

donderdag 22 juli 2010

Symposium GGNet


Symposium 'Het Interactieve Brein' 22 vrijdag oktober 2010

“De psychiater is de specialist van de wisselwerking tussen brein en omgeving.” Zo staat het althans in de profielschets van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie omschreven. Hoe maakt de moderne psychiater deze claim waar?


De letterlijke tekst uit de profielschets is: “De psychiatrie is het medisch specialisme dat in diagnostisch en therapeutisch opzicht somatische, psychologische en sociale benaderingen integreert bij de zorg om de geestelijke en lichamelijke gezondheid van het individu. (...) Het richt zich daartoe op de verstoring van de intentionele (cognitieve en emotionele) betrokkenheid van de patiënt op zijn omgeving. (...)'

Dit betekent dus dat de moderne psychiater veel kennis moet hebben van het brein en de wisselwerking tussen brein, lichaam en omgeving. Dit zou zich ook moeten vertalen in de door de psychiatrie gehanteerde concepten en het therapeutisch arsenaal. Interactie tussen brein en omgeving en de gevolgen voor onze praktijk, is het centrale thema van het symposium dat op 22 oktober 2010 zal plaatsvinden in Apeldoorn.

Dit symposium biedt veel informatie over de voor de kliniek relevante ontwikkelingen op het gebied van de neurowetenschappen. Als aftrap krijgt u een opfriscursus in de neurobiologie. Daarna komt een aantal nieuwe ontwikkelingen aan bod die het denken over psychiatrische stoornissen de komende jaren zullen veranderen. Tussendoor zijn er interactieve workshops waarin aan bod komt hoe nieuwe neurobiologische inzichten ook tot nieuwe therapeutische toepassingen leiden.
Het gehele programma van het symposium kunt u lezen op onze WIKI. (kijk bij agenda)

Voor wie?
Naast de psychiaters en artsen van GGNet zijn ook psychiaters, neurologen en artsen van collega-instellingen van harte welkom om het symposium bij te wonen. De kosten bedragen € 150,- per persoon. Accreditatie is aangevraagd bij de NVvP.

Praktische informatie
Datum: vrijdag 22 oktober 2010
Tijd: 09.00 - 17.30 uur
Plaats: Toneelzaal Apeldoorn, terrein GGNet, Deventerstraat 459 te Apeldoorn
Opgave: via e-mail m.vruggink-goedhard@ggnet.nl

zondag 18 juli 2010

Anti-epileptica en suïcidaliteit


Recent publiceerden Patorno et al. een grote studie naar het voorkomen van (een toename van) suïcidaliteit en agressie bij patiënten die startten met een anti-epilepticum. In deze zeer grote studie (bijna 300.000 nieuwe prescripties) werd gevonden dat verschillende anti-epileptica het risico op suïcide en agressie vergroten. Hierbij werd gecontroleerd voor psychiatrische stoornissen bij aanvang van de behandeling. Hazard ratio's (HR) varieerde van 1.42 voor gabapentine tot 2.45 voor tiagabine, maar ook in de psychiatrie wat meer gebruikte middelen zoals oxcarbamazepine (HR 2.07), valproaat (HR 1.65) en lamotrigine (HR 1.84)lieten een vergroot risico zien.


Laatstgenoemde middelen worden vooral bij patiënten met een bipolaire stoornis gebruikt, die regelmatig ook zelf depressief en suïcidaal kunnen zijn. Omdat van lithium bekend is dat dit middel juist een verminderd risico op suïcidaliteit geeft, is dit een punt om goed mee te wegen bij het maken van een keuze voor een middel in de behandeling van psychiatrische stoornissen, in het bijzonder van de bipolaire stoornis. Een belangrijke vraag blijft dan of dit soort risico's opwegen tegen de voordelen die zo'n middel natuurlijk ook heeft. (zie value based medicine)

Lees verder: JAMA. 2010;303(14):1401-1409. Patorno et al. Anticonvulsant medications and the risk of suicide, attempted suicide or violent death.

zondag 30 mei 2010

New Orleans – APA 22 mei tot 28 mei 2010




Na vele voorbereidingen starten we beiden op eigen gelegenheid onze reis naar New Orleans. We treffen elkaar bij de incheckbalie. De reis loopt zeer voorspoedig en na een overstap in Atlanta komen we aan in New Orleans. Onze koffers zijn er gelukkig ook aangekomen.

Buiten worden we bedekt door een ‘warme deken’. Een bus brengt ons naar het hotel, waar we ons opfrissen en in een restaurant in het zelfde gebouw begint onze week.

Door het tijdsverschil zijn we zondag vroeg wakker en na een Amerikaans ontbijt bestaande uit scrambled eggs, bacon and sausages and a lot of fresh fruit gaan we te voet (nog zonder blaren en op onze mooiste schoenen) naar het congrescentrum. Inschrijven gaat makkelijk en Paul heeft gelijk die middag een cursus over neurobiologie, waarvoor hij 160 dia’s en een aantal artikelen had gekregen om even door te nemen. Belangrijkste leermomenten in deze cursus waren (1) dat er verschil bestaat tussen de functie van de laterale en mediale hypothalamus, waarbij de eerste m.n. actief is bij geplande (‘predatory’) agressie en waarbij het om parasympathische activiteit gaat en de tweede bij emotionele agressie waarbij dus de sympaticus aan het werk is. (2) vanuit de amygdala vertrekken veel meer neuronen richting cortex dan dat dit vice versa het geval is. Bij extreme emotie is er dus meestal geen cognitie opgewassen tegen de opkomende (reflexmatige) angst die vanuit de amygdale uitgezonden wordt.
Op deze zondagmiddag legt Christine de laatste hand aan de workshop die ze de volgende dag gaat doen met als doel uit te vinden op welke manier patiënten met angst in Amerika ook geholpen kunnen worden met de begeleide zelfhulp. Heel spannend, mn om het in het Engels te doen. Na een door geïnteresseerde mensen bezochte workshop blijkt er nog leven te zijn en worden er email adressen uitgewisseld. To be continued…..


We volgen achtereenvolgens (gezien onze uiteenlopende interesse, volgen we ieder een eigen route): een case-conference over de waarde van het betrekken van ouders bij psychoeducatie en behandeling van hun jongeren met psychoses; een lezing over psychose, een lezing over de positieve invloed van clozapine op het verminderen van de kans op suicide; een symposium over de voorgestelde nieuwe stoornis ‘risk syndrome of psychosis’ voor de DSM-V. Er is veel discussie over de validiteit van deze nieuwe stoornis, aangezien er ‘slechts’ 20% van ‘patiënten’ met deze stoornis ook daadwerkelijk een schizofrenie ontwikkeld. Mooie nieuwe termen in dit symposium: schizotaxia! Er is ook een heuse schaal voor het vaststellen van het syndroom, nl de SIPS: structured interview for prodromal symptoms. Er bleek ook een Amerikaanse variant van Pauls workshop op het Nederlandse voorjaarscongres over ‘bedside neuropsychological testing’. Van de groep die dit presenteerde is ook een website waarop een aardige neuropsychiatrische glossary. Dan zijn we beiden toch geïnteresseerd in de nieuwe inzichten voor de DSM-V wat betreft de angststoornissen en depressie. Bij dit symposium worden we opnieuw, net als bij het voorjaarscongres, ingelicht over de hele procedure die gevolgd is en wie er bij betrokken zijn om daarna enkele mogelijke veranderingen te vernemen. Wat betreft de angststoornissen is het voorstel de paniekstoornis zonder of met agorafobie te verwijderen, zodat paniekstoornis en agorafobie beide als zelfstandige diagnose gesteld kan worden. Bij de GAS worden enkele criteria weggehaald, slaapproblemen en geïrriteerdheid.Tevens wordt voor de sociale angststoornis het performance type toegevoegd. Bij de depressie wordt de rouw weggehaald en de mogelijkheid geopperd PPMS toe te voegen (periodiek premenstrueel mood syndrome) en de dysthymie wordt mogelijk chronische depressie. We worden opgeroepen om alsnog te reageren en dat kunnen we ook de volgende dagen nog doen of via de website van de voorgestelde criteria.
Op de laatste dag nog een workshop waarin psychiaters hun eigen ziektegeschiedenis en confrontatie met stigma van de psychiatrie delen met het publiek en een andere workshop waarin kinderen van psychiaters vertellen over hoe dit kind zijn van een ouder die psychiater is zowel positief als negatieve invloed kan hebben op je ontwikkeling. Tevens blijken (in tegenstelling tot waar men bang voor was) stripverhalen en videogames een goede invloed te hebben op ontwikkelingen van mensen en niet verslavend te zijn. Dit laatste was een erg goede workshop waarin Amerikaanse aios psychiatrie de senioren bijpraten over videogames.


Ter afwisseling van de interessante ‘lessen’ gaan we shoppen, liggen we in en bij het zwembad, gaan we op Swamp-toer naar alligators en eten de avonden gezellig met een eigen gebrouwd biertje in de Brewery. We sluiten deze week af met een bezoek aan het aquarium om de blauwe haai, de zeedraak en de witte alligator te zien.

zondag 25 april 2010

Value Based Medicine


Onder de titel 'value based medicine' werd op het voorjaarscongres van de NVvP door GGNet een workshop georganiseerd. Hoewel deelnemers op de titel af dachten dat het vooral over 'normen en waarden' zou gaan in plaats van om getallen, was het niet onze bedoeling om er een louter filosofische of ethische discussie van te maken. Hoewel de 'waarden' van de patiënt zeker mee gewogen moeten worden en dit deel van onze boodschap was, gaat het er ook om alle overwegingen zo inzichtelijk mogelijk voor de patiënt in kwestie te presenteren. Hiervoor is het nodig om evidenc zo goed mogelijk te kunnen lezen en beoordelen en in het juiste perspectief te plaatsen. Artsen (en dus ook psychiaters) moeten dit eerst zelf kunnen en daarna ook leren om dit op een goede manier aan hun patiënten voor te leggen om zo tot de voor hem/haar beste keuze te kunnen komen.
Een uitgewerkt voorbeeld van onze werkwijze is te vinden als editorial in het april-nummer van het Int J of Geriatric Psychiatry (Int J Geriatr Psychiatry 2010; 25: 437–440.)

zondag 21 maart 2010

Medicatie anamnese


Somatische maar ook psychische klachten kunnen soms ook het gevolg zijn van medicatie. Polyfarmacie kan aanleiding geven tot interacties, zowel op kinetisch als dynamisch gebied van verschillende medicamenten. Het is hiermee een factor waarmee terdege rekening gehouden moet worden. Om te beginnen moet dan zeker helder zijn welke pillen de patiënt wel/niet gebruikt. Dit lijkt een simpel gegeven, maar in de praktijk blijkt het snel mis te gaan. De meeste artsen varen te veel op de patiënt zelf bij het opnemen van de medicatie-lijst en vergeten door te vragen naar bijvoorbeeld OTC medicatie. Ook het navragen of de patiënt de voorgeschreven medicatie daadwerkelijk wel gebruikt wordt vaak vergeten. Een goed idee dat nader uitgewerkt werd door Spee et al. en gepubliceerd werd in het NTVG van 20 mrt 2010 is om hiervoor een gestructureerde werkwijze te kiezen. Zij laten zien dat op een eenvoudige en weinig tijdrovende manier een groot aantal - deels potentieel gevaarlijke - fouten te voorkomen is.

zondag 28 februari 2010

Neuro-anatomie


Om een deskundige te zijn op het gebied van het interactieve brein, moet je goed op de hoogte zijn van de anatomie en werking van de hersenen. Dit kan tegenwoordig ook op interactieve wijze, via allerlei leerzame sites of via zogenaamde apps voor mobiele apparaten. Een mooi voorbeeld hiervan is de 3-D Brain Tutor app voor de I-phone.


Goede sites op het gebied van de neuro-anatomie zijn:
The Whole Brain Atlas
The Human Brain
Digital Anatomist, een aardige site waar je ook met een soort quiz je kennis kunt testen.

Ook is er op youtube een prima filmpje met de basis neuro-anatomie in vogelvlucht.

dinsdag 16 februari 2010

Spierkracht en levensverwachting

In een artikel vanuit de Leidse 85+ studie komt naar voren dat spierkracht bij ouderen gecorreleerd is met het sterfte-risico. Dit levert dus een relatief eenvoudige maat op (handspierkracht is met een dynamo-meter makkelijk en 'bed-side' te meten)waarmee ouderen 'at risk' opgespoord kunnen worden.


Persoonlijk zou ik het ook interessant vinden hoe een dergelijke parameter zich verhoudt tot psychisch welbevinden en dan m.n. depressie en apathie bij deze ouderen. De vraag is bijvoorbeeld of er bij deze ouderen niet eerder sprake is van vitale uitputting en 'op' zijn in plaats van depressie. Antwoord hierop kan o.a. gevonden worden in het nu lopende onderzoek naar depressie bij ouderen (het NESDO) waarin de spierkracht (als belangrijk onderdeel van het frailty-concept) wordt meegenomen in de bepalingen die gedaan worden.

zondag 14 februari 2010

DSM V

Al enkele jaren is men bezig om de nieuwe editie van de DSM voor te bereiden in zogenaamde 'task forces'. Het is de bedoeling dat de nieuwe editie in 2012 uitkomt. Sinds kort zijn de voorgestelde categorieën en de bijbehorende criteria in te zien op een site van de American Psychiatric Association (APA).
Het loont erg de moeite om hier kennis van te nemen. Via de site is eerst een indeling in de oude categorieën te vinden en via deze indeling kun je zien wat er met de betreffende categorie gaat gebeuren in de nieuwe editie. Er vielen mij in eerste instantie twee belangrijke zaken op: in de eerste plaats wordt er op het gebied van de organische psychiatrie nu gesproken van (major en minor) neurocognitive disorders als 'nieuwe' categorie. Ten tweede is het concept persoonlijkheidsstoornis nu totaal anders vorm gegeven.

donderdag 11 februari 2010

Richtlijn Dementie




Dementie hoort dan wel tot het domein van de psychiater, maar wordt in Nederland grotendeels in samenwerking met of door aanpalende specialismen gedaan. Klinisch Geriater, Neuroloog en Specialist Ouderengeneeskunde kunnen allen even goed een rol spelen bij dit ziektebeeld. De richtlijn dementie is dan ook een multidisciplinaire. Voor de psychiater van belang is vooral de paragraaf over probleemgedrag. De richtlijn is samengevat door 1 van de aios psychiatrie van GGNet, Theo Burm en te vinden op de WIKI.

zondag 31 januari 2010

Ouderen te langzaam om over te steken


De oversteektijd bij een stoplicht blijkt voor ouderen regelmatig te kort te zijn. Tenminste in Dublin. Dit blijkt uit een artikel van Ierse onderzoekers dat onlangs gepubliceerd werd in het tijdschrift Age & Ageing. Zij rekenden uit hoe groot je wandelsnelheid moet zijn om op tijd de overkant te halen. Met de leeftijd neemt deze loopsnelheid omgekeerd evenredig af. Met het verouderen van de populatie is het zaak om hier rekening mee te houden. Een belangrijke bron van angst bij ouderen betreft het verkeer; doordat alles te snel gaat, voelen zij zich (terecht) onveilig. Dit kan dus simpelweg oversteken betreffen. Een ander veel gehoord voorbeeld is het openbaar vervoer, bijv. het te snel sluiten van de deuren of te snel optrekken van de bus(chauffeur). Voor wat betreft de oversteekproblemen zijn er al 'slimme' stoplichten die het licht langer op groen laten bij langzame(re) passanten.

donderdag 28 januari 2010

Spiegelneuronen

De ontdekking van spiegelneuronen lijkt voor de psychiatrie belangrijke gevolgen te hebben. Zelf heb ik het boek van Marco Iacoboni met veel interesse en plezier gelezen. Met dit soort neurobiologische inzichten komen we dichter bij de werking van het brein en dan vooral bij de werking van het brein in interactie met de omgeving. Natuurlijk wisten we al dat er ergens in het brein een schakeling is waarbij betekenis wordt gegeven aan alles wat we om ons heen meemaken, maar met het herkennen van de spiegelneuronen wordt meer duidelijk hoe dit dan werkt. Op de volgende filmpjes is kort en goed uitgelegd wat spiegelneuronen zijn.