Welkom op deze weblog!

Welkom op de blog van de A-opleiding psychiatrie van GGNet. Deze blog is bedoeld als informatie platform voor iedereen die betrokken is bij deze opleiding of daarin geinteresseerd is.

Ter informatie even kort iets over GGNet en over de psychiater opleiding.

GGNet is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. GGNet wil psychische, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen helpen voorkomen en mensen met psychische, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen behandelen, begeleiden en helpen om zoveel als mogelijk en wenselijk zelfstandig in de samenleving te kunnen functioneren. Er werken bij GGNet meer dan 2.400 professionals, waaronder ruim 50 psychiaters en zo'n 14 aios psychiatrie.

GGNet heeft een A-opleiding psychiatrie, d.w.z. dat een belangrijk deel van de medisch specialistische opleiding tot psychiater binnen GGNet genoten kan worden. We doen dit in nauwe samenwerking met de A-opleiding van de Gelderse Roos in Wolfheze en die van de Afdeling Psychiatrie van het UMC St. Radboud te Nijmegen; met hen samen, behoren we tot het Opleidingscluster Psychiatrie Oost-Nederland.
Hierbinnen worden artsen opgeleid tot psychiater conform de eisen van het Centraal College Medisch Specialisten (CCMS).

Binnen GGNet wordt naast een brede basisopleiding veel aandacht geschonken aan de praktische toepassing van de Evidence Based Mental Health (EBMH) en aan de contextuele aspecten van psychiatrische stoornissen. Dit betekent dat naast een grondige kennis van de biologische aspecten van psychiatrische stoornissen, bij de diagnostiek en behandeling tevens expliciet factoren zoals de persoonlijkheid, behandelrelatie, sociale omgeving en juridische aspecten worden betrokken.

zaterdag 27 november 2010

Bedside testing van cognitieve functies


Het is voor de specialist werkzaam met oudere patiënten van groot belang om op een snelle manier een indruk te krijgen van de cognitieve functies. Neurodegeneratieve aandoeningen staan immers altijd in de differentiaal diagnose. Sinds lang is de MiniMental State Examination (MMSE) hiervoor het meest gebruikte en meest handzame instrument. Er is echter ook al lang kritiek op deze lijst; het zou te eenzijdig op geheugen en oriëntatie focussen en te weinig op de m.n. frontale cognitieve functies. Er zijn ook een aantal alternatieven om deze cognitieve screening te doen. Sinds kort is daar de Sweet-16 aan toegevoegd (Fong et al., Arch Int Med nov2010).

Het scoresysteem loop van 0 to 16, waarbij 16 optimaal cognitief functioneren betekent. Bij een score van 14 of minder moet nadere diagnostiek naar dementie gedaan worden. Het voordeel t.o.v. de MMSE is dat de test sneller gedaan kan worden (3 minuten afname-tijd) en dat de psychometrische kwaliteiten beter zijn (sensitiviteit 99%, specificiteit 72% tegen 87 en 89 voor de MMSE).

De lijst is te vinden op de WIKI. Er is ook een tabel waarmee scores van de Sweet-16 vertaald kunnen worden naar die van de MMSE en vice versa.

zaterdag 20 november 2010

Symposium GGNet (2)


Op 22 oktober j.l. organiseerden we in GGNet het eerste symposium 'het interactieve brein'. De reacties hierop waren zeer positief. Samenvattingen van de presentaties zijn te vinden via onze WIKI welke ook via een link linksonder aan deze pagina te vinden is.

Dat we met dit thema op een actueel onderwerp aanhaken, blijkt wel uit andere nascholingsdagen in het land. Erg interessant in dat opzicht is de studiedag van GGZ Nederland / Trimbos welke op donderdag 20 januari in de RAI in Amsterdam wordt gehouden.

maandag 15 november 2010

Taakdelegatie en aansprakelijkheid


Een opmerkelijke tuchtzaak deze week in Medisch Contact. Over taakdelegatie, waarbij de psychiater de beoordeling van een (recidief) depressie overliet aan een spv. Lijkt me een casus uit de praktijk van alledag, waarbij in dit geval inhoudelijk niet een duidelijke fout gemaakt lijkt te zijn, maar wel sprake was van een fatale afloop. De spv oordeelde dat er sprake was van een recidief, er was kennelijk overeenstemming tussen deze spv en patiente dat er behandeld moest worden en er werden afspraken over deze behandeling gemaakt. De psychiater in kwestie kende patiente van een eerdere behandeling. Het gaat erom dat in geval van verdenking op ernstige pathologie (en suicidaliteit valt daaroner) de patient ook daadwerkelijk bij een arts/specialist terechtkomt. Dat dit op gespannen voet staat met de praktijk wordt hier niet concreet benoemd, maar wel wordt aangegeven dat het hier een 'zakelijke' terechtwijzing betreft en dat het niet om laakbaar handelen gaat. Een schrale troost lijkt me.

zondag 7 november 2010

ROM en de Kretenzers

Een voor mij hele nieuwe dimensie wanneer het gaat om het invullen van vragenlijsten. Ik ben er een groot voorstander van dat we meer gaan meten (onder het mom van 'meten is weten'). Het past in de stroming van de "evidence based mental health". Door de overheid en ook het management is dit nu ook opgepakt en heet het vaak 'routine outcome monitoring' (ROM). Zelf zijn we hard bezig met het samenstellen van een pakket van lijsten die we routinematig bij onze patiënten zouden willen afnemen. Voor de clinicus is het vooral van belang om het effect van de individuele behandeling te volgen. Daarnaast kan het op groepsniveau informatie geven over de effectiviteit van het behandelprogramma.


Maar nu dus opeens het probleem van de Kretenzers. Mercelbach et al. beschrijven het in het Tijdschr voor Psychiatrie van september dit jaar (2010;52:663-9). Onzorgvuldigheid bij de respondent maar ook het moedwillig verkeerd invullen van vragenlijsten kan een belangrijke verstorende factor zijn voor de resultaten van allerlei surveys. Dit maakt het probleem van het meten dus alleen maar groter en brengt het weten dus nog verder weg.